maandag 31 december 2012

Gelukkig nieuwjaar en de pijp van Stalin


Pittoreske tekeningen zijn het. In de geest van Anton Pieck. Blijde kinderen, besneeuwde huisjes en muziek spelende en dansende dieren. Met de tekst С Новым Годом (S Novym Godom, gelukkig nieuwsjaar). Zo zien de nieuwjaarskaarten eruit aan het begin van de vorige eeuw. Rusland met toen tsaar Nicolaas II op de troon.
Grimmiger zijn de nieuwjaarskaarten zo'n veertig jaar later. De Sovjet-Unie vecht een bloederige oorlog uit met nazi-Duitsland. Op een nieuwjaarskaart jaagt een bewapende Russische soldaat in 1942 een Duitse militair het land uit. Een verschrikte Hitler rent weg als Ded Moroz voor hem staat. Ded Moroz, uniek afgebeeld met een pijp, want Josef Stalin rookte toen ook pijp. Vadertje Stalin had Ded Moroz in de armen gesloten, nadat de laatste verboden was onder de eerste Sovjetjaren. Te religieus en te bourgeois. Maar de Sovjetleiding wilde het volk vrije dagen geven. De vakantie moest komen rond Oud en Nieuw en daar hoorde een symbool bij. Dus keerde Vadertje Vorst terug.
Vredelievend zijn de kaarten in de jaren vijftig. De gedachten moesten niet gaan naar de oorlog, maar naar mooie en betere tijden. Een dansend stel, het standbeeld van dichter Poesjkin in het avondlicht en cadeaus voor kinderen.
De politieke boodschap keert terug in de jaren zestig. De Sovjet-Unie gloreert wereldwijd door in 1961 de eerste man in de ruimte, Joeri Gagarin, te schieten. De nieuwjaarskaarten kunnen natuurlijk niet achterblijven. Het succes en de grootsheid van de Sovjet-Unie worden uitgemolken. De ruimtevaart is het thema in die jaren.
Daar wordt op voortgeborduurd in de jaren zeventig. En er komen nieuwe mijlpalen. De door kampgevangenen aanlegde BAM, de 4324 kilometers van de Bajkal-Amoerspoorlijn (rechtsmidden). De komst van het beertje Misja, de mascotte van de Moskouse Zomerspelen in 1980 (links- en rechtsonder). Een typisch Westers staaltje van het ten gelde maken van een populair figuur.
In de jaren tachtig gaat Vadertje Vorst mee met de vaart de volkeren. Hij is een man van de moderne Sovjettechniek. Niet alleen de ruimtevaart, maar hij weet ook de knoppen van computers te bedienen.
Maar dan houdt het op met de verheerlijking van de Sovjet-Unie. Die komt eind 1991 ten einde. Politieke thema's verdwijnen en daarvoor in de plaats komen vrolijke plaatjes van Vadertje Vorst, kinderen en dieren. Grootste verschil met de Sovjet-Unie is dat het formaat van de kaart verandert: groter. Wellicht een gevolg van het einde van de staatscontrole en de entree van het wilde kapitalisme.
Deze lijn zet door deze eeuw. Groot, groter, grootst. Kaarten die je kan openklappen. Glitters, glimmend en kleurrijk. Russen zijn er gek op. De makers van de kaarten uit het begin van de vorige eeuw zouden ervan gruwen.

donderdag 27 december 2012

Vadertje Vorst, voorbeeld voor alle Russen


Hij heeft zijn eigen paleis op een landgoed. Zijn beeltenis hangt op straat in zijn dorp. Russen bewonderen hun Vadertje Vorst, het Russische equivalent van de Kerstman.
Een zware stem gaat schuil achter zijn witte baard, die tot aan zijn middel loopt. Hij geeft een krachtige hand, die past bij een man van zijn statuur. Stevig omklemt zijn andere hand zijn staf. Op zijn rode mantel, wanten en hoed zitten witte versiersels. Voor zijn troon ontvangt hij uit het hele land zijn gasten, kinderen. Hun ouders nemen foto’s van dit historische moment.
Diep in Rusland in de besneeuwde bossen bij het dorp Veliki Oestjoeg, op 21 uur rijden met de trein en bus ten noordoosten van de Russische hoofdstad Moskou, woont sinds 1998 het hele jaar de enige, echte Vadertje Vorst op zijn landgoed. In zijn houten paleis zetelt de belangrijkste man van Rusland, vindt hij zelf. ‘Natuurlijk’, zegt hij vastberaden op zijn troon als hij even geen bezoek heeft. ‘De presidenten veranderen. Maar ik ben er altijd. Ik ben net zo oud als het bestaan van de aarde.’
Zonder Vadertje Vorst, Ded Moroz in het Russisch, geen Oud en Nieuw in Rusland. Dat is net zo ondenkbaar als Moskou zonder het Rode Plein. Hij deelt met zijn kleindochter Snegoerotsjka (Sneeuwmeisje) cadeaus uit tijdens de jaarwisseling, de belangrijkste Russische feestdag. In de ogen van kinderen kan hij wonderen verrichten. Hun ouders mijmeren over hun jeugd met Vadertje Vorst.
Hij is het symbool van de Russische winter, die onlosmakelijk is verbonden met zijn land. Niet voor niets woont Vadertje Vorst in een gebied waar sneeuw en ijs de helft van het jaar het leven gijzelen. ‘De mensen associëren mij hiermee, want hier ben ik geboren. Dit is mijn moederland.’
In de trein op weg naar Veliki Oestjoeg zegt elke Rus bij het horen van de plaatsnaam spontaan: ‘Daar woont Vadertje Vorst.’ Met dank aan toenmalig burgemeester van Moskou Joeri Loezjkov, die in 1998 Veliki Oestjoeg uitriep tot de officiële thuisbasis van Vadertje Vorst. Naast zijn paleis heeft hij in het dorp zijn eigen residentie, grenzend aan zijn postkantoor met boven de voordeur zijn uit hout gesneden gezicht. Op straat hangen borden met zijn beeltenis.
In het postkantoor staat achterin een muur met postvakjes vol brieven, uit alle hoeken van Rusland. Brieven met cadeauwensen, maar ook voor advies en hulp. Een teller geeft de stand aan: ‘Vadertje Vorst ontving tot 1 december 2.284.669 brieven.’
De Russen zien hem als een wijs man. Hij straalt het goede uit. De overheid, nooit ver weg in Rusland, zet hem in om haar onderdanen te instrueren. ‘Vadertje Vorst is er voor alle Russen en symboliseert de gastvrijheid van ons land’, zegt Jelena Zelenina (41) in haar werkkamer op de toerismeafdeling van de gemeente Veliki Oestjoeg. ‘President Vladimir Poetin heeft gezegd dat Vadertje Vorst goed werk doet en dat we hem moeten volgen.’
Zelf beweert de hoofdrolspeler zich verre te houden van politiek. Al hangt op zijn werkkamer aan de muur wel een foto van Poetins bezoek in 2008. ‘Ik ben bevriend met Vladimir Vladimirovitsj en hij heeft toegezegd een nieuw paleis voor mij te bouwen. Maar ik ben onafhankelijk en verricht goede daden. De regering houdt zich bezig met staatszaken.’
Vadertje Vorst heeft het rijk niet meer voor zich alleen. In het moderne Rusland, na de val van het communisme in 1991, rukt de Kerstman op. Steeds vaker is de Westerse indringer te zien in de bioscoop, op ansichtkaarten en trekt hij met zijn frisdrankkaravaan door het land. Niet iedereen is gecharmeerd van deze Westerse invloeden in het slavische Rusland. Op internet zijn er sites die oproepen om de Kerstman te verbieden.
Vadertje Vorst spreekt vanaf zijn troon zalvende woorden. ‘De Kerstman en ik zijn vrienden. We hebben elkaar ontmoet en werken samen. We willen beiden goede daden verrichten.’ Als een meisje klaar is met het zingen van het kerstlied Jingle Bells, reageert Vadertje Vorst: ‘Ik zal aan de Kerstman doorgeven dat je dit hebt gezongen.’
De Moskouse Nadezjda Larina (28) beantwoordt in het postkantoor de brieven aan Vadertje Vorst. Ze werkt aan een artikel over hem voor het weekblad Argoementi Nedeli. Larina loopt vier dagen mee met zijn personeel en gaat volledig op in haar nieuwe rol. Ze geeft in het postkantoor ook rondleidingen aan kinderen. ‘Ik voel me geen journalist. Ik ben een van zijn helpers’, zegt ze haast kinderlijk enthousiast.
Larina weet van de afkeer tegen de Kerstman, maar verzet zich ertegen. ‘Rusland zal de Kerstman nooit weigeren. Elk land heeft zijn eigen tovenaar. De Kerstman is van jullie en in Rusland is hij onze gast.’
In het postkantoor verschijnt een brede glimlach op het gezicht van Igor Soedkin (11) uit Kirov, zeshonderd kilometer ten zuiden van Veliki Oestjoeg. Vadertje Vorst staat voor hem gelijk aan cadeaus, blijdschap, geluk en het goede. ‘Hij is een held. Vadertje Vorst is van ons.’

zondag 23 december 2012

Het is stil in Veliki Oestjoeg bij -30


De kou heerst in de straten van Veliki Oestjoeg, waar zes maanden sneeuw en ijs het leven van de 31.000 inwoners gijzelen. Tussen -25 en -31 schommelde de temperatuur afgelopen week in Veliki Oestjoeg. Waar dat ligt? Hier. Nog niet eens de koudste plek in Rusland in december, met uitschieters naar -50.
Russen in skikleding of bontjas- en muts, die op de markt staan uitgestald. Zonder heb je binnen een kwartier geen gevoel meer in billen en benen. Sommigen lopen met hun hand voor het gezicht om zich te beschermen tegen de kou. De neus doet als eerste pijn. Op straat lopen mensen, maar het lijkt wel alsof ze niet gezien willen worden. In een straf tempo steken ze over. Stevig doorlopend van winkel naar kerk. De kou zit hen letterlijk achterna. Ze zijn stil op straat. Niemand zegt wat om energie te besparen. Energie die nodig is om warm te blijven.
De bevroren rivier, handig om over te steken, ziet eruit als een wreed poollandschap: uitgestrekt wit met ijsschotsen. De energiecentrale spuwt op volle kracht rook uit, die afsteekt tegen de blauwe lucht. Uit houten huizen stijgen rookpluimen op.
Klik op de eerste foto voor een diavoorstelling.

maandag 17 december 2012

Sullig misschien, maar onbevreesd: rocker Joeri Sjevtsjoek


Ze voegt het er niet zomaar aan toe. ,,Sjevtsjoek komt ook", zegt oppositieleider Jevgenija Tsjirikova tegen me aan de telefoon.
Zijn achternaam volstaat om meteen te begrijpen om wie het gaat. Sjevtsjoek is Joeri Sjevtsjoek (55), dé Russische rockzanger en voorman van de groep DDT. The New York Times noemde hem de Russische Bruce Springsteen. Sjevtsjoek kwam op in de jaren tachtig toen de Sovjet-Unie naar het einde wankelde. Nummers als Rodina (Moederland) en Dozjd (Regen) staan in elk Russisch geheugen gegrift. Sjevtsjoek laat niet na om in zijn nummers Rusland te bekritiseren. Als zanger het geweten van Rusland en omarmd door de Russische oppositie.
Een kans om Sjevtsjoek te zien optreden laat je niet lopen. Na mijn interview met Tsjirikova in het trappenhuis van het Huis van de Architect afgelopen week wacht ik geduldig de prijsuitreiking af van de mensenrechtenbeweging Moskou Helsinki Groep, die Russische mensenrechtenactivisten deze avond lauwert voor hun werk. Van Oleg Orlov van het bekende Memorial tot Ernest Mezak uit Komi, een deelrepubliek in de noordoosthoek van Europees Rusland.
Dan volgt het muzikale programma, zoals de spreker Sjevtsjoek aankondigt. Hij komt op. Een doorsnee persoon. Een te wijde broek, een licht buikje, een baard en een bril siert zijn hoofd. Maar zijn stem maakt alles goed. Dan weer zacht, dan weer hard of rauw. Soms gek dansend met zijn zangeres. Sjevtsjoek speelt een uur en zijn klassiekers ontbreken niet.

Een sullig uiterlijk misschien, maar niet onbevreesd. Sjevtsjoek bekritiseerde president Vladimir Poetin twee jaar geleden tijdens een lunch. Voordat hij volledig aan zijn verhaal begint, probeert Poetin hem van zijn stuk te brengen door te vragen: ,,Sorry, hoe heet u?" Het is als koningin Beatrix, die niet weet dat ze met Marco Borsato, om maar eens een voorbeeld te noemen, aan tafel zit. Sjevtsjoek stelt zich onverstoorbaar voor en gaat dan verder over de persvrijheid, over democratisering en over de groeiende onvrede onder de burgers. Poetin reageert door te zeggen dat hij niets tegen burgerprotest heeft. Dat wijst de regering erop, waar ze aandacht aan moet schenken en een democratie draagt bij aan de ontwikkeling van een land, zijn de woorden van de huidige president.
Deze maandagavond in het Huis van de Architect bevindt Sjevtsjoek zich in een warm bad. Dit zijn zijn mensen. Toch komt ook hier de macht om de hoek kijken. Een agente maakt foto's en staat genietend te glimlachen bij het nummer Svoboda (Vrijheid), dat regelmatig wordt gespeeld tijdens demonstraties van de oppositie.

In één vrouw moet Sjevtsjoek zijn meerdere erkennen. De grande dame en het gezicht van de Moskou Helsinki Groep, de 85-jarige Ljoedmila Aleksejeva. Sovjetdissidente en nu neemt ze het op tegen Poetin. Ze oogt broos en kranig tegelijk. Als Sjevtsjoek klaar is, loopt hij naar de rand van het podium, buigt hij voor haar en kust haar hand als zij voorzichtig naar hem toe is gelopen. Ze fluistert wat in zijn oor. ,,Tegen Ljoedmila Aleksejeva kan je geen nee zeggen", lacht Sjevtsjoek en zet haar verzoeknummer Osjenjaja (Herfstig) in.
Hij eindigt met een hartstochtelijk: ,,Hoera voor de mensenrechtenactivisten van Moskou Helsinki Groep." De agente verlaat tevreden de zaal.

vrijdag 23 november 2012

‘Joden wekken in Rusland afgunst op’


Na donkere periodes in de geschiedenis probeert Rusland joden weer te omarmen. Een gloednieuw Joods museum moet daaraan bijdragen. ‘Als ik in Moskou met mijn keppeltje op straat loop, voel ik me veiliger dan in Malmö.’
Alsof de bezoeker van het Moskous Joods museum en Tolerantiecentrum teruggaat naar de negentiende eeuw. Cafétafels staan verspreid door een ruimte. Vrijwel aan elke zit een bekende jood uit die tijd, zoals Simon Doebnov, een politiek leider. Uitgebeeld als een witte pop met zijn jas aan, bril op en een stevige baard. Dit stelt café Fanconi, een etablissement waar bekende joden kwamen, voor in toen de Russische badplaats Odessa aan de Zwarte Zee, tegenwoordig Zuid-Oekraïne.
De tafels in het nagebootste café werken als touchscreen. Op verschillende onderwerpen kan worden geklikt. Ieder behandelt een thema uit die tijd, waarmee joden werden geconfronteerd. Zoals de vraag: wat doe je als je winkel wordt vernietigd door een pogrom, een aanval op joden. Met als meerkeuzeantwoord: emigreren, de winkel heropbouwen, in verzet gaan of in shock zijn.
Het ultra-moderne museum over de Joodse geschiedenis in Rusland, dat in november in de Russische hoofdstad openging, schuwt de zwarte bladzijden niet. Alles komt aan bod. De golven van pogroms die zich verspreidden over tsaristisch Rusland. Het beruchte doktorscomplot begin jaren vijftig onder Sovjetleider Josef Stalin. Artsen, voornamelijk joden, werden verdacht van een samenzwering om communistische leiders te doden. Antisemitisme in de media en showprocessen waren het gevolg. Joden verloren hun baan en eindigden in de barakken van de Goelagkampen.
Ruim twintig jaar na de val van het communisme wil Rusland openstaan voor joden. Het Joods museum in een voormalig, constructivistisch busgarage moet dit beeld uitdragen. De Russische president Vladimir Poetin helpt hierin mee. Hij stak een maandsalaris in de bouw van het museum, waarvan de totale kosten liggen op 40 miljoen euro. Vooraf aan de officiële opening zei Poetin dat elk volk in Rusland zich thuis moet voelen. ‘Dat hij geld heeft gegeven, was ondenkbaar bij de communistische leiders’, meent de Engelse bestuursvoorzitter van het museum, Simon Hewitt (48), vanaf een verhoging met uitzicht over foto’s en videoschermen. ‘Zijn gebaar is een teken van de juiste houding tegenover de joden.’
Maar ook in Poetins Rusland kent tolerantie grenzen. Op 4 november gaan tijdens de Russische mars elk jaar nationalisten de straat op met hun leuze ‘Rusland voor de Russen’. Het woord jood kent een negatieve associatie. Hewitt stelt dat de joden hun waarde hebben bewezen tijdens de Sovjetoverwinning op nazi-Duitsland. In een hoek van het museum staat daarom de befaamde Sovjettank T-34 te pronken als een eerbetoon aan het multi-etnische Rusland. ‘Historici zijn het erover eens dat deze tank een beslissende rol heeft gespeeld’, vertelt Hewitt. ‘Joden hebben de T-34 ontworpen en gebouwd.’
‘Het is in Rusland met de tolerantie niet slechter gesteld dan in andere landen’, vervolgt hij. ‘Als ik in Moskou met mijn keppeltje op straat loop, voel ik me veiliger dan in Malmö. Dat is Zweden, waarvan iedereen altijd zegt dat het zo’n tolerant land is.’
De 23-jarige Artoer Pokrasjenko loopt fotograferend langs de virtines vol boeken. Het museum is een openbaring voor hem. ‘Ik wist niets van de geschiedenis van de joden. Niets van de kwade en goede periodes. Ik denk dat dit geldt voor de meeste Russen. Er is nooit veel aandacht besteed aan het Joodse verleden.’
De Russen zijn verdeeld in hun houding tegenover joden, meent Pokrasjenko. ‘De jonge generatie staat open voor joden. Voor de ouderen geldt dat niet. Zij zijn opgegroeid tijdens het communisme, waarin joden negatief werden benaderd.’
Bij een videoscherm met de afbeelding van de Joodse, bolsjewitische revolutionair Grigori Zinovjev, een vertrouweling van Sovjetleider Vladimir Lenin, leest de 62-jarige gepensioneerde onderwijzer Viktor de bijbehorende tekst. Viktors verhaal geeft de donkere kant van Rusland weer. ‘Het antisemitisme zit in de mens’, zegt hij staccato. ‘Dat is altijd en overal zo geweest. Ook in het huidige Rusland. Joodse oligarchen als Boris Berezovski, Oleg Deripaska en Michail Chodorkovski bezitten veel geld en hebben de media in handen. Joden zijn succesvol en wij zijn arm. Ze wekken daarom afgunst op. Ook bij mij.’
Hij sluit een terugkeer van de pogroms zelfs niet uit. ‘Als het economisch slecht gaat, komt er een opstand tegen de joden. Ze zullen emigreren. Onder de druk van de bevolking bestaat dit museum dan niet meer.’

dinsdag 20 november 2012

Masja, om gek van te worden


Masja en Medved (beer), ik zag ze voor het eerst afgelopen zaterdag. Het is een populaire tekenfilm onder kinderen, maar ook vermakelijk voor volwassenen. Masja is een ongelooflijk irritant en hyperactief kind. Type ADHD.
In de aflevering De eerste ontmoeting wil niemand met haar spelen, want ze is te vermoeiend. Ze zit geen seconde stil, wil altijd haar zin en zit alles en iedereen dwars. De dieren verstoppen zich voor haar, rennen weg of bekogelen haar met dennenappels. In een andere aflevering draait ze zelfs haar ontvoerders, twee wolven, dol. Ze willen uiteindelijk maar al te graag van haar af. Alleen bij een circusbeer vindt ze aandacht. Toch wordt ook hij gek van haar, maar hij blijft Masja koesteren, zoals in de aflevering Bel me, bel, waarin de beer Masja in haar eentje het bos instuurt, omdat hij liever voetbal kijkt. Uiteindelijk maakt hij zich ongerust en gaat hij naar haar op zoek.
Typische Russische gebruiken komen in Masja en Medved voor. De samovar, waar de beer warm water uithaalt voor zijn thee. De glazen weckpotten, waarin Russen traditiegetrouw hun ingelegde tomaten, augurken en paddenstoelen bewaren. De Russische liefde voor honing, jam en vissen.
De eerste ontmoeting: Leven met de wolven. De ambulance ziet er net zo uit als in het echt: Smakelijk eten, over het maken van wontons:
Voor wie geen genoeg kan krijgen van Masja en Medved, zie hier. Masja en Medved is ook te zien in Oekraïne, Frankrijk, Zwitserland en Canada.

maandag 12 november 2012

De dadendrang van Moskou


Rank prijkt de Mercury Citytoren in de Moskouse hemel. Gegoten in een koperkleur kijkt hij neer op de wolkenkrabbers in het zakencentrum Moskva-City. Met 339 meter is de Mercury City toren sinds begin deze maand de hoogste van Europa. Maar pal ernaast verrijst de Federatietoren. Die bestaat uit twee wolkenkrabbers met tussen beide in een toren, een naald, die komend jaar een hoogte bereikt van 506 meter.
Moskva-City, grenzend aan het centrum, is het toonbeeld van het nieuwe Moskou, het nieuwe Rusland. Met de Federatietoren als symbool. Een stad profiterend van het ongebreidelde kapitalisme met het clichébeeld van SUV's, die de stoepen bezetten, en miljonairs in de duurste restaurants. Een stad die het Sovjetverleden van zich afschudt. Jarenlang bepaalde de pompeuze opgezette Stalinarchitectuur het beeld, zoals de Moskouse Staatsuniversiteit van tweehonderdveertig meter. Daar komen nu moderne wolkenkrabbers bij.
Op de 35e verdieping van de Federatietoren huist het kantoor van de projectontwikkelaar, Potok. In zijn werkkamer kijkt het 35-jarige bestuurslid Kirill Maslijev - bovenste knoopje van zijn overhemd los en een blinkend horloge om de pols - uit over de Russische hoofdstad. ,,De moderne stijl van de Federatietoren symboliseert het nieuwe Rusland: ruim denkend, innovatief en intellectueel”, zegt hij opgetogen.
Dat past bij een miljoenenstad, die internationaal erbij wil horen. Op de Moskouse agenda staan ambitieuze plannen. De stad breidt uit naar het zuidwesten, waardoor ze 2,5 keer zo groot wordt. Het metronetwerk krijgt voor het jaar 2020 honderdvijftig kilometer en zeventig stations erbij. De regering streeft naar een eigen internationaal financieel centrum dat zich kan meten met andere financiële hoofdsteden. Moskou wil New York en Londen achterna. Al moest ze drie jaar geleden een stapje terug doen toen de bouw van de Ruslandtoren (612 meter) werd afgeblazen wegens gebrek aan geld.
Maar nu gaat het de goede kant op met de internationale ambities, merkt Maslijev. De Federatietoren - met appartementen, bedrijven, een zwembad en fitnesszaal op de 61e verdieping en een restaurant op de 62e - vormt het bewijs. ,,We komen in kranten en op de televisie. De Federatietoren is gebruikt in de film Die Hard met Bruce Willis. Internationale bedrijven vestigen zich hier.” Op de begane grond van de wolkenkrabber Stad van de Hoofdsteden, die bestaat uit twee torens met op elkaar gestapelde blokken, hebben in café Hudson Deli zakenmannen geen tijd voor een praatje. Aan de muur hangt een portret van acteur Marlon Brando. Amerikaanse soepblikken dienen als lampenkappen. De macht verschuift en Moskou speelt hier op in, zegt de wel beschikbare zakenman Aleksej (35) boven zijn soep. ,,Vroeger gaf New York het voorbeeld, maar het financiële systeem verandert en verhuist naar andere steden, zoals Londen, Frankfurt, Hongkong en Sydney. Moskou neemt het Euro-Aziatische deel voor haar rekening.”
Stadsontwikkelaar Sergej Nikitin (34) staat achter de Moskouse dadendrang. Maar een belangrijk element zit in de weg, meent hij in een koffiebar in de historische wijk Kitaj Gorod, waar de weg omhoog leidt langs een kerk en een klooster. En dat is niet de beruchte corruptie. ,,Die zit over de hele wereld. Grote bedrijven laten zich daar niet door tegenhouden. Zij zijn uit op winst. Het verplichte visum met de Europese Unie en de Verenigde Staten ligt verdere ontwikkeling dwars. Als je dat afschaft, komen intellectuele, creatieve mensen deze kant op. Van hun kennis kan Moskou profiteren.”
Ook Maslijev beseft dat Moskou problemen kent. ,,Elk land heeft die. We zijn bezig om ze op te lossen. De Federatietoren is het bewijs dat we ze kunnen overwinnen.”

De tweede en derde foto zijn gemaakt door Pasja Hellsing.

dinsdag 30 oktober 2012

De lach van Kiev


Ze voelde zich niet betrapt, toen ik een foto nam. Ze lachte en zwaaide. Met haar andere hand hield ze gele herfstbladeren vast. Ze stond te zoenen met haar vriend, neem ik aan, op het Onafhankelijkheidsplein in Kiev, midden in de stad.
Kiev, met haar Onafhankelijkheidsplein. Zijn aantrekkingskracht. Het hart van de stad, het hart van het land. Plek van de revolutie van 2004. Een oranjezee was het toen. Elke dag komen de Oekraïeners hier uit alle hoeken van het land. Op het plein staan ze wodka of cognac te drinken. Te praten en te roddelen als in de kroeg.
Kiev, waar de belangrijkste weg door het centrum in het weekend afgesloten is voor de Lada's en de SUV's. Dan lopen stelletjes hand in hand over het asfalt langs Stalinarchitectuur. Dan flirten pubers met elkaar. Dan treden muziekbandjes op met hun gitaren. Dan overheerst het gevoel van vrijheid.
Kiev, waar de inwoners buiten leven als in Zuid-Europa. Oekraïeners houden van praten, al wandelend of zittend bij een fontein. Dus wordt de cappuccino of latte verkocht op straat. Langs de weg of op pleinen staan de stalletjes of bestelwagens met hun koffiemachine. Zo'n echte Italiaanse. Als in de hipste koffiebars.
Kiev, stad van slenteren. Omhoog richting de Sint-Sofiakathedraal met haar groene en gouden daken. Naar beneden over de keien van de schilderachtige Andrijivski Oezviz met zijn koopmanshuizen en de heilige Andreaskerk als een machtig vorst boven alles uittorend. 's Avonds eenzaam bij het zachtgouden licht van de straatlantaarns.
Tegenover mijn hotel zit een prodoekti, een minisupermarkt. De worsten liggen in een vitrine. Een meter doorlopen zit je bij de melk-, kaas- en boterafdeling. In een hoek verkopen ze brood. Sloffend pakt de verkoopster een pak appelsap. Ze kijkt me aan en lacht haar gouden tanden bloot.

donderdag 18 oktober 2012

Heerlijk, zo'n zuurstofcocktail

Voor me staat een blauwe kunststofkom met daarin een schuimende, luchtige witte massa. Het is de zuurstofcocktail. Met een lepel eet ik het op. Daarna lig ik op een bed met een opening in het midden, waarin wielen als van een winkelwagen zitten. Ze rijden licht drukkend over me heen. Van iets onder mijn nek tot en met mijn onderrug. Een kwartier later lig ik op een stoel met een geblindeerde duikbril op. Aan de binnenkant verschijnen lichtpuntjes van verschillende kleuren. Ik moet ze volgen. Om me heen hoor ik panfluitmuziek.
Het luchtige van de zuurstofcocktail moet het immuunsysteem bevorderen, zegt hoofdzuster Olga Janoesjkina (50) van het sanatorium Michailovskoje, 35 kilometer ten zuidwesten van Moskou. ,,Elke dag eentje. Sommigen gasten vinden het zelfs zo lekker dat ze een tweede nemen." De wielen moeten natuurlijk zorgen voor losse spieren en de lichtjes in de duikbril moeten de hersenen stimuleren.
Eigenlijk doe ik het niet goed. Voor het gewenste effect moet ik twee weken op dit sanatorium verblijven. Dan komt de behandeling tot haar recht. Maar ik blijf maar een nacht hier in de bossen. De verpleegsters en de gasten horen het hoofdschuddend aan. Je ziet hen denken: ,,Die buitenlander heeft het niet begrepen."
Sanatoria staan door heel Rusland. Aan de kust bij de Zwarte Zee of Kaliningrad, in de Oeral, tot in het noorden van Jakoetië. Een initiatief van de Sovjet-Unie legt sanatoriumdirecteur Viktor Dobronozjenko (56) van Michailovskoje uit in zijn kamer, waar het stinkt naar rook. ,,Die kwam in de jaren twintig met een decreet voor de komst van sanatoria ter voorkoming van ziektes voor de arbeider. Hier konden ze medisch worden behandeld en uitrusten. Michailovskoje was een van de eerste sanatoria.”
De dag bestaat uit twee delen. 's Ochtends is het tijd voor de behandelingen. Elke patiënt/gast heeft een groen, persoonlijk boekje, het sanatoriumboekje, bij zich, waarin staat welke behandeling hij/zij moet volgen. De arts vinkt het af. 's Middags zijn de behandelkamers verlaten en zitten de gasten bij de psycholoog.
Maar het draait niet alleen om behandelen. Een sanatorium straalt niet de sterielheid uit van een ziekenhuis. Ontspanning is net zo belangrijk. Dus wordt er gewandeld in het omringende bos, tafeltennis gespeeld in de hal en uit de bibliotheek een boek geleend. In het weekend staat karaoke of een dansavond op het programma. Op een maandagavond draait een komische Sovjetfilm uit de jaren zestig. Dit sanatorium kent vrijwel alleen maar films uit die tijd, want de meeste gasten zijn opgegroeid tijdens de Sovjet-Unie.
Op een bankje geniet de 67-jarige Valentina Smolina van een zonnige herfstdag. Negen dagen laat ze zich in het sanatorium in de watten leggen. ,,Ik woon alleen. Hier kan ik praten met het vriendelijke personeel. Een sanatorium is er om te ontkomen aan de drukte van de stad, aan de autogassen. Ik kan rustig nadenken, een boek lezen, hoef niet na te denken over boodschappen en niet te koken.”
's Avonds is de bar open. De muziek staat zo hard dat praten onmogelijk is. Een paar discolampen proberen sfeer te brengen. De barvrouw tikt het ene na het andere glas cognac weg. Uiteindelijk wordt ze weggedragen naar haar kamer. Een oudere vrouw aan de bar vraagt aan haar buurman of hij haar naar haar kamer kan brengen. ,,Met genoegen", antwoordt hij. Samen lopen ze weg.
Minstens even zo belangrijk is het eten. Drie keer per dag. Op elke tafel in de eetzaal ligt een lijst, waar je op kan aangeven wat je wil eten. Het is een keuzemenu en stevige Sovjetkost. 's Ochtends bijvoorbeeld: worst, rundvleessoufflé, boekweit en pap. 's Middags groentesoep en kip met aardappelpuree en 's avonds vis, macaroni en het rijstgerecht plov.
Twee koks werken hier. De een 25, de ander 40 jaar. ,,Nee", beaamt Olja Domogatskaja (55) met haar koksmuts op. ,,Er is niks veranderd aan het eten sinds ik hier 25 jaar geleden kwam werken. Misschien iets meer vis. Het is stevig eten. Daar houden Russen van. Russen houden van stevige mensen. Dat is een teken dat je het goed hebt. Maar het menu kan worden aangepast aan je dieet, als je bijvoorbeeld suikerpatiënt bent."
Iedereen eet steevast samen met dezelfde mensen aan tafel. Ik zit tegenover de kwieke Sergej, een zakenman uit Moskou en een jonkie in vergelijking met de anderen, ergens in de vijftig. Hij verblijft twee weken in het sanatorium dat beschikt over draadloos internet. Overdag volgt hij de behandeling en ’s avonds werkt hij. Zo ontsnapt hij aan de files in Moskou. ,,Als het moet, ga ik terug naar mijn kantoor.” Hij is in Michailovskoje, waar zijn moeder verbleef, ook uit sociologische overwegingen. ,,Ik wilde naar dit sanatorium, omdat alles komt uit de Sovjettijd. Dit hoort bij mijn land. Dat is ook waarom hier ouderen zitten. Ze weten dat niets is veranderd.”
Angelika Negajeva (47), ze zorgt voor de reserveringen, leidt me rond door de kamers. Die zien er keurig uit. Niet te veel poespas. Schoon, een televisie en een alarmknop. Een nacht kost 1650 roebel (40,86 euro) per persoon op een tweepersoonskamer, inclusief eten en behandelingen. Dat lukt in Moskou nooit.
Ik vraag aan haar waarom ze rookt midden in een omgeving waar alles draait om gezondheid. Ze lacht: ,,Eerst moet je slecht leven dan kan je behandeld worden."