Ik kende er een aantal. Ik was eens een keer voor choej (lul) uitgescholden toen ik in de zomer van 2011 bij de immigratiedienst in de badplaats Anapa belandde voor een registratie, omdat mijn hotel dat weigerde. Het hotel kreeg vervolgens een belletje van de immigratiedienst en ik kreeg van de hoteleigenaar op mijn flikker. Hij had liever niet de autoriteiten achter zich aan. Toen alles weer goed was, ontkende hij in alle toonaarden mij te hebben uitgescholden. Hij lachte zijn vriendelijkste gezicht erbij.
Russische vrienden hadden mij al tijdens een avondje pizza eten ergens in een Moskouse buitenwijk met uitzicht op rijen flats onderwezen in de scheldwoorden pizda (kut), bljadj (hoer, en regelmatig gebruikt door Russische twitteraars) en jebat (neuken). Het was het begin van een legendarische avond, nacht en ochtend, die eindigde met een potje bowlen om 05.00 uur en een eigen biertap bij de baan.
Tot zo ver mijn basiskennis schelden. Maar dankzij Viktor Jerofejev ga ik tegenwoordig goed gewapend over straat. In januari interviewde ik deze schrijver en Sovjetdissident voor het mensenrechtenfestival Movies that Matter. Jerofejev speelt de hoofdrol in de film Russian Libertine. Het is een documentaire, waarin Jerofejev zijn kijk op het hedendaagse Rusland laat zien. In maart meer daarover op mijn blog.
Wat doe je als je een schrijver interviewt? Heel logisch, je duikt in een van zijn boeken. De keuze viel op Een vrolijke hel, het Rusland van Poetin, een essaywerk uit 2007. Het tweede hoofdstuk Het Russische scheldtoneel behoort inmiddels voor mij tot een van de hoogtepunten uit de Russische literatuur.
Schelden in Rusland is ondenkbaar, schrijft Jerofejev. ,,Je hebt het Oeralgebergte met zijn malachietstenen en je hebt de Russische spreektaal, die bol staat van mat (schuttingtaal). Mat is een deel van de Russische identiteit."
Roegat (schelden) is juist actueler dan ooit. Vorige maand kwamen politici met het idee om op vloeken in de media een geldboete te zetten van maximaal 75 euro voor burgers, hoogstens 497 euro voor ambtenaren en maximaal 4.969 euro voor rechtspersonen. Al eerder in Poetins Rusland, schrijft Jerofejev, kwamen parlementariërs met het plan om het gebruik van choej, pizda, bljad en jebat te bestraffen met een tijdje in de bak.
Een van de afgevaardigden van dit onzalige idee bekende op school als klein jongetje ook weleens zich gezondigd te hebben. ,,Ni choeja" (geen klote), antwoordde hij op de vraag van de lerares of hij zijn huiswerk had gedaan. Hij schaamt zich er nog voor, komt Jerofejev achter in een gesprek met deze brave hendrik.
Jerofejev noemt mat schilderachtig. Hij introduceert een rij scheldwoorden die ,,sprookjesachtige fantomen zijn van personages in het nationale taaltheater. Heel Rusland is daar acteur". Raspidzdjaka (kutwijf, helleveeg), moedak (eikel), moedozvony (lulmeiers), dolbajoby (zeikstralen), vybljadki (hoerenzonen), oejobysji (neukafval, uitschot), pizdjoeki (kuttenkoppen, schijtlijsters), pizdoboly (ouwehoeren), pizdarvantsy (kuthufters) en pizdodoeji (lulhannesen).
Voor wie zich extra zeker wil voelen in de Russische schuttingtaal dient ook nog eens de twee belangrijkste krachttermen, volgens Jerofejev, aan zijn/haar repertoire toe te voegen: job tvojoe mat (heb je moeder geneukt) en posjol na choej (ga op de lul). De eerste komt van pjos job tvojoe mat (de hond heeft je moeder geneukt) en het resultaat daarvan is een hondenjong, een soekin syn (tevenzoon, klootzak).
Tot het lexicon van de matersjtsjiniki (mat-gebruikers) behoort ook een braaf scheldwoord, dat mijn fixer in Machatsjkala haast om de minuut uitsprak: jolki-palki (jeetje mina). Ook de naam van een een bekende keten van Russische buffetrestaurants.
Binnenkort meer over de culturele geschiedenis van mat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten