Hun gezichten staan erbij alsof iemand is overleden. Een dag eerder, afgelopen zaterdag, botsten de leden van Archnadzor, een bouwkundige waakhond, nog met de politie, nu kijken ze lijdzaam op de stoep toe hoe de graafmachine zijn werk doet. Archnadzor verzet zich tegen de sloop van een roze neoclassicistisch pand uit 1817 met sierlijke, witte omlijstingen langs de ramen. Het is huisnummer 11 in Bachroesjinastraat in de historische wijk Zamoskvoretsje, vanaf het Kremlin over de rivier de Moskva. Het pand moet wijken voor een hotel.
Vrijdag stond het gebouw er nog. Zaterdag werd begonnen met de sloop. Joeri Jegorov -getooid met een ouderwetse lange paardenstaart - van Archnadzor is hier voor de tweede dag op rij. ,,En weer is er een minder stuk van het historische Moskou over. Zo gaat de gemeente om met de Moskouse erfenis", zegt hij met een grafstem. De resten van de stofwolken van een gesloopte muur komen zijn kant op. De sloop had volgens hem nooit mogen gebeuren. ,,Vanaf het begin van de jaren negentig is dit een beschermd gebied." Hij is er woedend over, maar lijkt ook te berusten in een nieuwe nederlaag.
Want het is niet de eerste keer dat de gemeente Moskou de historie met ouderwets sloopwerk ten gronde richt. De buurt Kadasji, ook in Zamoskvoretsje, kan erover meepraten. Burgemeester Joeri Loezjkov heeft maar weinig op met oude panden en verruilt ze al te graag voor hotels en kantoren die niet in de stijl van de omliggende, wel overblijvende, historische panden worden gebouwd. Voor zijn vrouw Jelena Batoerina, eigenaar van een bouwbedrijf, valt hier goed mee te verdienen.
Jegorov vertelt trots over de ,,verdedigers van het oude Moskou" die zich een dag eerder hebben verweerd. Nu is er van verzet bijna geen sprake. Zo nu en dan rijdt er uit protest toeterend een auto langs. Op een oprit houden vier agenten in een politieauto alles in de gaten.
De ongeveer tien leden van Archnadzor hebben zich verzameld bij een bankje. Op dezelfde stoep maar dan vijftig meter verderop staat projectontwikkelaar Andrej Malygin toe te kijken hoe de graafmachine een hap neemt van een stuk muur. Met zijn zwarte kuif, bakkebaarden, overhemd open en gouden ketting doet hij denken aan Elvis Presley. Hij staat er ontspannen bij. Spelend met zijn telefoon.
De sloop was nodig, meent hij. ,,De meerderheid van de bewoners hier vindt dat pand niks. Het was vervallen en er werd weinig meegedaan. Het hotel is goed voor de lokale economie. De wijk leeft ervan op." En die historie? ,,Aan de voorkant van het hotel komt een façade in art decostijl. Net als het gebouw daarnaast. Dit wordt prachtig."
De stellage doet vermoeden dat het eerst de bedoeling was het gebouw te renoveren?
BeantwoordenVerwijderen