Hoe verder van het centrum, hoe saaier. Zou je zeggen.
Mijn eerste twee woningen waren achtereenvolgens bij het metrostation Dinamo en Begavaja (respectievelijk één en twee haltes buiten de ring). Het was niemandsland: twee buurten waar de auto's en het asfalt veruit in de meerderheid zijn en je als voetganger ondergeschikt voelt. Persoonlijk contact was er niet. Zoals wel vaker in Moskou.
Op zoek naar een nieuw huis kwam ik terecht bij metrostation Oktjabrskoje Polje. Vier metrostations van de ring. Verder van het centrum. Dus dat zullen alleen maar flats, auto's en asfalt zijn. Dacht ik.
Niet dus. Meteen bij de eerste keer uit het metrostation was de sfeer anders. Gemoedelijk, rustig, minder gehaast. Bomen, veel groen en later de bevestiging: mijn buurtgenoten zeggen me gedag. Dit is een wijk met een eigen gezicht: een dorp in Moskou. Genaamd Sjtsjoekino. Ten noordwesten van het centrum.
Wat de eerste keer opviel toen ik uit de metro kwam: geen Centraal-Aziaten die op straat rondlopen, maar Rossijani, Russen. Dat zij hier overheersen is niet vreemd. Naast de Sovjetwoningen uit de Stalin- en Chroetsjovtijd stikt het van de elitegebouwen. De betere middenklasse, kwetsbaar en klein, woont hier. Hun auto's veilig binnen de omheining. Wellicht hielden ultra-nationalisten daarom een mars door deze 'witte' wijk toen ik een maand hier woonde. Zo zien zij het waarschijnlijk graag.
Die elitegebouwen kennen de gekste uitingen. Bij sommige prijken op het dak torentjes en vlaggetjes als van een kasteel. Bij andere lijkt het alsof ze op de bovenkant nog een villa hebben gebouwd. Weer een ander heeft een aantal kanonnen voor de deur staan. Bij een ander hangt het hele jaar kerstverlichting. Bij dit gebouw (tweede foto hieronder) betaal je ruim 3700 euro per vierkante meter.
Tweede dat toen opviel: winkels. Waaronder de kledingketen Colin's. De Russische America Today. Tien minuten van de metro ligt het winkelcentrum: Pjataja Avenjoe. Met een supermarkt, nog meer kledingwinkels, een bioscoop, sushi, worstcafé, ander fastfood, een Mexicaan en koffieketens, waaronder de beroemdste uit de Verenigde Staten. Schrijnend was dat een oude vrouw een keer bedelend langs het terras van de Amerikaanse koffieketen liep en de laatste restjes koffie, thee etc dronk uit de achtergelaten bekers. Twee studenten keken op hun laptop een film. De nieuwe Russen versus degenen die niet mee kunnen komen in het Rusland na het communisme.
Wat betreft eten en drinken is deze buurt lang niet slecht. Bij Maman voor een espresso, een wodka en de voordelig geprijsde zakenlunch. Een trend in Moskou. Altijd handig om op deze manier bij de meest dure restaurants te eten. Naar Tart Taten voor taart en koekjes. Naar café-club Het Front voor typisch Russisch eten (haring, grenki: brood in knoflook gebakken en oecha: vissoep) en liveoptredens. De naam van dit café zegt het al. Alles staat in het teken van de Grote Vaderlandse Oorlog. Aan de muur hangen landkaarten met daarop het oorlogsfront en de pijlen van het oprukkende Rode Leger richting Berlijn. Er hangen soldatenhelmen, petten en thermoflessen. Op de kaart staat onder andere salade Oekraïens Front met salo, varkensvet. Het meest vreemd zijn de spotprenten aan de muur. Eentje in het Nederlands: 'Yankee-Engelsman-Bolsjewiek, dansen naar de pijpen van de jodenkliek.'
Binnenkort twee aanwinsten: een sportcafé en Bocas del Toro, grill&bar.
De oorlog speelt zoals in zoveel wijken nog altijd een rol. Dus ook in die van mij. Met standbeelden en straten vernoemd naar een generaal. Hun beeltenis prijkt op de huizen. Bij binnenkomst van mijn wijk staat de T-34, de beroemde tank, waar de Duitsers geen antwoord op hadden.
Supermarkten genoeg. De prodoekti, zeg maar de buurtsuper, voor nog even snel een pak appelsap of wodka. Elke sector heeft een eigen kassajuffrouw. Dus apart bestellen en afrekenen bij de vlees, brood of de groentenafdeling. Een keer stond er bij de prodoekti bij mij om de hoek niemand van de broodafdeling om af te rekenen. Ik besloot te wachten. Dit is Rusland: haast je niet en maak je niet druk. Na een paar minuten kwam er nog niemand. De groentendame keek me aan, bleef rustig op haar plekken zitten en zei: ,,Ze is lunchen." De eigenaresse kwam langs en zei: ,,Ze is achter. Je moet even wachten." Toen besloot ik mijn brood te pakken en zonder betalen weg te lopen. Warempel de eigenaresse kwam zelf in actie. ,,Dat is twintig roebel." Inmiddels kennen ze me en staan ze meteen klaar als ik wil afrekenen.
Op zoek naar een nieuw huis kwam ik terecht bij metrostation Oktjabrskoje Polje. Vier metrostations van de ring. Verder van het centrum. Dus dat zullen alleen maar flats, auto's en asfalt zijn. Dacht ik.
Niet dus. Meteen bij de eerste keer uit het metrostation was de sfeer anders. Gemoedelijk, rustig, minder gehaast. Bomen, veel groen en later de bevestiging: mijn buurtgenoten zeggen me gedag. Dit is een wijk met een eigen gezicht: een dorp in Moskou. Genaamd Sjtsjoekino. Ten noordwesten van het centrum.
Wat de eerste keer opviel toen ik uit de metro kwam: geen Centraal-Aziaten die op straat rondlopen, maar Rossijani, Russen. Dat zij hier overheersen is niet vreemd. Naast de Sovjetwoningen uit de Stalin- en Chroetsjovtijd stikt het van de elitegebouwen. De betere middenklasse, kwetsbaar en klein, woont hier. Hun auto's veilig binnen de omheining. Wellicht hielden ultra-nationalisten daarom een mars door deze 'witte' wijk toen ik een maand hier woonde. Zo zien zij het waarschijnlijk graag.
Die elitegebouwen kennen de gekste uitingen. Bij sommige prijken op het dak torentjes en vlaggetjes als van een kasteel. Bij andere lijkt het alsof ze op de bovenkant nog een villa hebben gebouwd. Weer een ander heeft een aantal kanonnen voor de deur staan. Bij een ander hangt het hele jaar kerstverlichting. Bij dit gebouw (tweede foto hieronder) betaal je ruim 3700 euro per vierkante meter.
Tweede dat toen opviel: winkels. Waaronder de kledingketen Colin's. De Russische America Today. Tien minuten van de metro ligt het winkelcentrum: Pjataja Avenjoe. Met een supermarkt, nog meer kledingwinkels, een bioscoop, sushi, worstcafé, ander fastfood, een Mexicaan en koffieketens, waaronder de beroemdste uit de Verenigde Staten. Schrijnend was dat een oude vrouw een keer bedelend langs het terras van de Amerikaanse koffieketen liep en de laatste restjes koffie, thee etc dronk uit de achtergelaten bekers. Twee studenten keken op hun laptop een film. De nieuwe Russen versus degenen die niet mee kunnen komen in het Rusland na het communisme.
Wat betreft eten en drinken is deze buurt lang niet slecht. Bij Maman voor een espresso, een wodka en de voordelig geprijsde zakenlunch. Een trend in Moskou. Altijd handig om op deze manier bij de meest dure restaurants te eten. Naar Tart Taten voor taart en koekjes. Naar café-club Het Front voor typisch Russisch eten (haring, grenki: brood in knoflook gebakken en oecha: vissoep) en liveoptredens. De naam van dit café zegt het al. Alles staat in het teken van de Grote Vaderlandse Oorlog. Aan de muur hangen landkaarten met daarop het oorlogsfront en de pijlen van het oprukkende Rode Leger richting Berlijn. Er hangen soldatenhelmen, petten en thermoflessen. Op de kaart staat onder andere salade Oekraïens Front met salo, varkensvet. Het meest vreemd zijn de spotprenten aan de muur. Eentje in het Nederlands: 'Yankee-Engelsman-Bolsjewiek, dansen naar de pijpen van de jodenkliek.'
Binnenkort twee aanwinsten: een sportcafé en Bocas del Toro, grill&bar.
De oorlog speelt zoals in zoveel wijken nog altijd een rol. Dus ook in die van mij. Met standbeelden en straten vernoemd naar een generaal. Hun beeltenis prijkt op de huizen. Bij binnenkomst van mijn wijk staat de T-34, de beroemde tank, waar de Duitsers geen antwoord op hadden.
Supermarkten genoeg. De prodoekti, zeg maar de buurtsuper, voor nog even snel een pak appelsap of wodka. Elke sector heeft een eigen kassajuffrouw. Dus apart bestellen en afrekenen bij de vlees, brood of de groentenafdeling. Een keer stond er bij de prodoekti bij mij om de hoek niemand van de broodafdeling om af te rekenen. Ik besloot te wachten. Dit is Rusland: haast je niet en maak je niet druk. Na een paar minuten kwam er nog niemand. De groentendame keek me aan, bleef rustig op haar plekken zitten en zei: ,,Ze is lunchen." De eigenaresse kwam langs en zei: ,,Ze is achter. Je moet even wachten." Toen besloot ik mijn brood te pakken en zonder betalen weg te lopen. Warempel de eigenaresse kwam zelf in actie. ,,Dat is twintig roebel." Inmiddels kennen ze me en staan ze meteen klaar als ik wil afrekenen.
Er zijn Aldi-achtige supermarkten met de producten nog in dozen en waar het altijd stinkt: de Pjaterotsjka. Zelf ga ik meestal naar het schonere Perekrosjtok, van dezelfde eigenaar. 24 uur open. Net als de fitnessclub, de bloemist, de banja (Russische sauna) en de apotheek.
Boodschappen blijft altijd een avontuur, zie het akkefietje bij de prodoekti en het fenomeen rij. Maar dan zijn we er nog niet. Dat zit zo. Russische supermarkten kunnen maanden lang een bepaald product in huis hebben. We nemen als voorbeeld kwarteleieren. Altijd lekker en weer eens wat anders dan de gewone ei. Dus een gerecht hiermee moet geen probleem zijn. Niet dus. Opeens blijkt de supermarkt geen kwarteleieren meer te hebben. Oorzaak: de kwartelei-leverancier maakt met de supermarkt een prijsafspraak. Maar een maand later wil de leverancier meer geld voor zijn eieren. Daarmee gaat de supermarkt niet akkoord. Afspraak is afspraak. Begrijpelijk. Prima, zegt de leverancier. Maar dan krijg je van mij geen eieren. Met als gevolg dat de schappen van de kwarteleieren maanden lang leeg zijn. Dus is het altijd goed om met plan/gerecht B en C naar de supermarkt te gaan.
Sfeervol is het achter de huizen. In de parkjes en speeltuinen spelen de kinderen, maken ouders een wandeling met de kinderwagen of laten ze de hond (type tekkel, chiwawa) uit. Moeders houden een praatje met elkaar. Oude mannetjes drinken op een bankje wodka of slapen hun roes uit.
Zo raak ik een keer in gesprek met een man, die helemaal gek is van Italie. Zijn auto heeft dezelfde azuurblauwe kleur. Op de hoedenplank ligt de Italiaanse vlag. De reputatie van Rusland kent hij natuurlijk. ,,Maar ik ben niet zo", zegt hij. ,,Ik drink niet." Hij maakt hierbij een bekend Russisch gebaar. Hij zet op zijn duim zijn wijsvinger af en tik hiermee tegen de onderkant van zijn kaak: boechat ofwel het volkswoord voor zuipen. Een paar weken later zie ik hem rond het middaguur zitten op een bankje. Terwijl zijn vrienden druk praten en de wodka in de hand hebben, staart de 'Italiaan' voor zich uit. Een uur later kom ik terug en ligt hij languit te slapen op de bank. Zijn buik half ontbloot met zijn hand erop. Zijn kameraden zijn nergens te bekennen. Wel de flessen wodka.
Mijn buurt wordt ook keurig verzorgd. Nu het herfst is, worden de bladeren van de straat geveegd en in vuilniszakken gedaan. Dit is het werk van de Centraal-Aziaten: Tadzjieken, Kirgiziërs. Ze zijn onmisbaar. Nu doen ze de bladeren. Over een paar maanden halen ze het sneeuw en ijs van de wegen en daken. Dat laatste niet zonder gevaar. Geregeld hebben ze zich niet gezekerd en er wil nog weleens eentje van het dak donderen. Met dodelijke afloop.
Voor een internationaal vleugje in mijn dorp zorgt Kaspersky. Het hoofdkantoor van een van de grootste anti-virusbedrijven bevindt zich om de hoek. Met 's ochtends en 's avonds een stroom van jonge Russen, maar ook Indiërs en Duitsers, die die kant opgaan. Overigens werd de zoon van meneer Kaspersky dit jaar ontvoerd.
Gelovig zijn ze hier ook. De Russische orthodoxe kerk wint aan populariteit. 's Ochtends om 06.00 uur is de kerk al open. Een kerkbezoek is voor velen op dit tijdstip een vast ochtendritueel. Handig op de route naar het metrostation. Dan passeer je ook altijd het politiebureau. Waar altijd een agent staat die het verkeer tegenhoudt als een gewone auto het bureau verlaat. Het zijn de meest dikke wagens. Dat kan vast niet alleen verdiend zijn door middel van een eenvoudig salaris. De agent hieronder voelde zich betrapt toen ik een foto van hem nam. Hij keek me boos aan.
Zo is mijn buurt. Best wel Russisch.
Boodschappen blijft altijd een avontuur, zie het akkefietje bij de prodoekti en het fenomeen rij. Maar dan zijn we er nog niet. Dat zit zo. Russische supermarkten kunnen maanden lang een bepaald product in huis hebben. We nemen als voorbeeld kwarteleieren. Altijd lekker en weer eens wat anders dan de gewone ei. Dus een gerecht hiermee moet geen probleem zijn. Niet dus. Opeens blijkt de supermarkt geen kwarteleieren meer te hebben. Oorzaak: de kwartelei-leverancier maakt met de supermarkt een prijsafspraak. Maar een maand later wil de leverancier meer geld voor zijn eieren. Daarmee gaat de supermarkt niet akkoord. Afspraak is afspraak. Begrijpelijk. Prima, zegt de leverancier. Maar dan krijg je van mij geen eieren. Met als gevolg dat de schappen van de kwarteleieren maanden lang leeg zijn. Dus is het altijd goed om met plan/gerecht B en C naar de supermarkt te gaan.
Sfeervol is het achter de huizen. In de parkjes en speeltuinen spelen de kinderen, maken ouders een wandeling met de kinderwagen of laten ze de hond (type tekkel, chiwawa) uit. Moeders houden een praatje met elkaar. Oude mannetjes drinken op een bankje wodka of slapen hun roes uit.
Zo raak ik een keer in gesprek met een man, die helemaal gek is van Italie. Zijn auto heeft dezelfde azuurblauwe kleur. Op de hoedenplank ligt de Italiaanse vlag. De reputatie van Rusland kent hij natuurlijk. ,,Maar ik ben niet zo", zegt hij. ,,Ik drink niet." Hij maakt hierbij een bekend Russisch gebaar. Hij zet op zijn duim zijn wijsvinger af en tik hiermee tegen de onderkant van zijn kaak: boechat ofwel het volkswoord voor zuipen. Een paar weken later zie ik hem rond het middaguur zitten op een bankje. Terwijl zijn vrienden druk praten en de wodka in de hand hebben, staart de 'Italiaan' voor zich uit. Een uur later kom ik terug en ligt hij languit te slapen op de bank. Zijn buik half ontbloot met zijn hand erop. Zijn kameraden zijn nergens te bekennen. Wel de flessen wodka.
Mijn buurt wordt ook keurig verzorgd. Nu het herfst is, worden de bladeren van de straat geveegd en in vuilniszakken gedaan. Dit is het werk van de Centraal-Aziaten: Tadzjieken, Kirgiziërs. Ze zijn onmisbaar. Nu doen ze de bladeren. Over een paar maanden halen ze het sneeuw en ijs van de wegen en daken. Dat laatste niet zonder gevaar. Geregeld hebben ze zich niet gezekerd en er wil nog weleens eentje van het dak donderen. Met dodelijke afloop.
Voor een internationaal vleugje in mijn dorp zorgt Kaspersky. Het hoofdkantoor van een van de grootste anti-virusbedrijven bevindt zich om de hoek. Met 's ochtends en 's avonds een stroom van jonge Russen, maar ook Indiërs en Duitsers, die die kant opgaan. Overigens werd de zoon van meneer Kaspersky dit jaar ontvoerd.
Gelovig zijn ze hier ook. De Russische orthodoxe kerk wint aan populariteit. 's Ochtends om 06.00 uur is de kerk al open. Een kerkbezoek is voor velen op dit tijdstip een vast ochtendritueel. Handig op de route naar het metrostation. Dan passeer je ook altijd het politiebureau. Waar altijd een agent staat die het verkeer tegenhoudt als een gewone auto het bureau verlaat. Het zijn de meest dikke wagens. Dat kan vast niet alleen verdiend zijn door middel van een eenvoudig salaris. De agent hieronder voelde zich betrapt toen ik een foto van hem nam. Hij keek me boos aan.
Zo is mijn buurt. Best wel Russisch.