zondag 27 maart 2011

Een bijzondere wijk in Kiev

Hij weet precies wat er met zijn oud-collega's is gebeurd. De 57-jarige Pjotr Mogiltsjoek wijst naar een kolossale, vervallen flat in een wijk van de Oekraïense hoofdstad Kiev. 'In dat gebouw woonde een voormalige collega die niet meer leeft. In mijn flat is onlangs een oude bekende van mijn werk overleden.'
Hij loopt naar het nog te onthullen herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de kernramp van Tsjernobyl, op 26 april 25 jaar geleden. Mogiltsjoek, gepensioneerd, werkte als elektromonteur bij kernreactor nummer 1 van de centrale Tsjernobyl. Nummer 4 ontplofte. De overleden mannen zijn van zijn leeftijd. Oorzaak van hun dood: de radioactieve straling die vrijkwam na de explosie, zegt hij vastbesloten. 'Artsen hebben dat bevestigd.'
Waar de geëvacueerde bewoners van de in problemen verkerende Japanse centrale Fukushima hopen op een terugkeer, vormen Mogiltsjoek en de andere getroffenen van de Tsjernobylramp de eerste kernenergievluchtelingen. Zij woonden en werkten bij de kerncentrale. Ze zijn 25 jaar geleden na de kernramp weggestopt in flats in een wijk van Kiev. Mogiltsjoek schat het aantal Tsjernobyloverlevenden dat om hem heen woont op duizenden. In de wijk staan grijze flats achter elkaar opgesteld. Met de grauwe lucht op de achtergrond maken ze een nog somberder indruk. De Tsjernobylbewoners kennen elkaar, bieden elkaar troost en ontmoeten elkaar elk jaar op het tijdstip dat de explosie plaatsvond. 'We komen elkaar vaak tegen. Meestal tijdens begrafenissen', zegt Mogiltsjoek in zijn woning aan de keukentafel. Soms roept hij de hulp in van zijn vrouw Marina (56). 'Als het emotioneel wordt, kan ik me niet alles goed herinneren.'
Hij was er bij toen de grootste kernramp ooit zich ontwikkelde. Op zijn fiets kwam Mogiltsjoek die ochtend van 26 april aan bij de centrale. Wat hij zag, kon hij nauwelijks geloven. De nacht ervoor had reactor 4 een test ondergaan, waarbij de veiligheidssystemen werden uitgeschakeld. Het experiment ging faliekant mis en de reactor explodeerde. Radioactieve straling kwam direct vrij in de lucht. 'Zo verlaat je een dag eerder je werk en is er niets aan hand. Dan kom je de volgende dag terug en lijkt het alsof de centrale is gebombardeerd. Reactor nummer 4 was veranderd in een grote zwarte krater. Ik zag meteen dat dit niet goed ging.'
Op enkele geruchten na wisten de bewoners van Pripjat, een stad met 50.000 inwoners en twee kilometer gelegen van de centrale, niets van het ongeluk. De autoriteiten van de gesloten Sovjet-Unie hielden zich stil. De bewoners genoten op 26 april van een prachtige lentedag. Ze wandelden buiten. De stad kende die dag twee bruiloften. Kinderen gingen die zaterdagochtend naar school, een gewoonte tijdens de Sovjet-Unie.
Mogiltsjoek herinnert zich hoe hij in Pripjat op de weg terug van zijn werk een vrouw met een kinderwagen tegenkwam. 'Ik zei tegen haar dat ze naar huis moest gaan. Alle deuren en ramen moest sluiten. Ze keek links van mij, rechts van mij. Overal zag ze mensen rustig wandelen en toen keek ze mij aan met een blik van die is niet normaal. Ik kon haar geen ongelijk geven. Ik zag er na wat die dag was gebeurd, gesloopt uit.'
Thuis sloot Mogiltsjoek, vader van twee dochters, het huis af. Vertrekken was geen optie. 'Je laat je collega's niet in de steek. Daarbij was er niks georganiseerd om weg te gaan.' Pas zondagmiddag, anderhalve dag na de explosie, verschenen bussen in de stad om alle bewoners te evacueren.
Hoe anders gaat dat nu met de centrale van Fukushima, concludeert Mogiltsjoek verbitterd. 'In Japan verloopt de informatievoorziening beter. De overheid heeft verboden zones ingesteld en waarschuwingen afgegeven. De bewoners rond de kerncentrale zijn direct geëvacueerd. De autoriteiten vertellen wat er gebeurt. Dat de Sovjet-Unie 25 jaar geleden zweeg, is de grootste fout die de communisten toen hebben gemaakt. Er was geen plan voor als het mis zou gaan.'
De evacuatie was tijdelijk, beloofde de overheid. Voor drie dagen. 'Na wat ik had gezien wist ik dat het langer zou gaan duren.' Mogiltsjoek en de andere inwoners van Pripjat keerden nooit meer terug.
Mogiltsjoek somber aan zijn keukentafel. Zijn aankomst 25 jaar geleden met zijn vrouw en twee dochters in de Oekraïense hoofdstad was kil. 'Je bent je huis kwijt. Je spullen. Je toekomst. De Sovjet-Unie had geen geld. We moesten alles zelf opnieuw kopen. We gebruikten de keukendeur als tafelblad.'
Na de ramp werkte Mogiltsjoek nog drie jaar op de tot 2000 werkende centrale. Vijftien dagen in het besmette gebied en de andere vijftien erbuiten om ergere besmetting te voorkomen. Hij kreeg sinds het ongeluk drie keer een hartaanval. Geen toeval, zegt hij. Doelend op de radioactieve straling.
Buiten bij het nog te onthullen gedenkteken voor de Tsjernobylslachtoffers verplaatst Mogiltsjoek zich in het lot van de Japanners. 'Ik weet wat ze doormaken. Het gevoel dat je moet zien te overleven. Maar ik weet zeker dat Japan deze mensen zal behandelen als helden. Ons lieten ze in de steek.'

1 opmerking:

  1. Roel Kraaijeveld3 april 2011 om 13:05

    Ja, Destijds een heel grote kernramp met, tot op de dag van vandaag nog, heel veel slachtoffers. Beweert er een redacteur van De Pers, zijn naam is mij ontschoten, bij Pauw en Witteman dat het helemaal niet zo´n grote ramp is geweest maar door de antikernenergie activisten, waaronder Green Peace, allemaal opgeklopt is. Deze z.g. journalist moesten ze gelijk uit zijn ambt zetten.

    BeantwoordenVerwijderen