De reizigers stappen de metro in alsof er niets aan hand is. Het is ruim negen uur later als het door een aanslag getroffen Moskouse metrostation Loebjanka weer opengaat en de eerste treinen rijden. Op de plek waar gisteren een bom ontplofte, zijn gaten in de muur zichtbaar. Stukken muur zijn licht, zwart geblakerd en sommige opnieuw gestuukt. Op het perron legt een man vier bloemen op de grond en blijft even staan.
Vlak voordat metrostation Loebjanka toegankelijk is, komt de 50-jarige brandweerman Alexander Ljoebabin samen met vijf collega’s naar boven. Ze zijn klaar. Vanaf vanochtend zijn ze in het metrostation aan het werk geweest. Hun gezichten zijn grauw. Ze staren voor zich uit. Hun ogen zijn rood omrand. Zodra ze bij hun brandweerauto zijn, nemen ze iets te eten of steken een sigaret op.
21 lijken telde Ljoebabin op het perron van metrostation Loebjanka. In totaal kwamen hier 24 mensen om toen rond 08.00 uur een bom afging. Toen Ljoebabin kort daarna naar beneden afdaalde, was er geen sprake van chaos. ‘De evacuatie verliep heel georganiseerd. De reizigers bleven rustig. Het station lag niet in puin. Wel was er overal bloed.’ Hij blijft nuchter onder wat hij heeft gezien. ‘Dit is ons werk. Ik zal er niet minder om slapen.’ Of de metro gevaarlijk is? 'Nee, oversteken op straat in Moskou is gevaarlijker.’
Collega’s die eerder vertrekken dan Ljoebabin zijn meer aangeslagen. Een brandweerman legt zijn helm in de auto. Hij wil niet veel zeggen. Zijn naam geeft hij niet. ‘Het was zwaar. Kijk maar naar de beelden. Dan weet je genoeg.’
Op het metrostation Loebjanka bekijkt de 30-jarige Olga Novikovo de herstelde plekken op de muur. Om haar heen proberen reizigers in versnelde pas hun metro te halen. Als ze wegloopt, draait ze zich nog een keer om. Loebjanka is haar station. Elke dag reist ze hier. Ze is aangedaan. ‘Dit is vreselijk. Veel vrienden van mij nemen elke dag deze metro. Ik heb geprobeerd hen vanochtend te bellen, maar het telefoonverkeer lag plat. Later heb ik wel contact met hen contact. Natuurlijk ben ik bang. Zoveel dode mensen. En ook nog in onze hoofdstad en zo midden in het centrum.’
Want Moskou is in haar hart getroffen. De aanslag in het metrostation Loebjanka had niet gevoeliger kunnen zijn voor Rusland. Het station bevindt zich onder het hoofdkwartier van de Russische geheime dienst FSB en is vijf minuten lopen van het Kremlin. Twee symbolen van de Russische overheid. Loebjanka ligt op de rode metrolijn. Net als Park Koeltoeri, het metrostation waar gisteren ongeveer veertig minuten later een tweede bom afging en waarbij 12 mensen omkwamen. De aanslagen vonden plaats tijdens de drukke ochtendspits, wanneer reizigers vaak opeengepakt in de metro staan en een grote mensenmassa zich door de ondergrondse tunnels begeeft.
Zonder dat Novikovo ernaar wordt gevraagd, begint ze meteen over de daders. ‘Dat is toch duidelijk als je de beelden ziet. Het waren vrouwen uit Tsjetsjenië. Dit is ons land. We moeten dat gebied afstoten. Zulke mensen horen niet bij Rusland’, stelt ze resoluut. Dmitri Perepjolkin (24) is net zo fel als Novikovo. In het metrostation Ljoebjanka kijkt hij vanaf een afstandje naar de plek des onheils. ‘Dit is het werk van barbaren. Van fascisten uit Tsjetsjenië en Dagestan. Het is elke keer raak.’ Hij noemt een aanslag van tien jaar geleden bij een metrostation in het centrum van Moskou, waarbij dertien doden vielen. Die werd toegeschreven aan rebellen uit de Kaukasus. Net als twee metroaanslagen in 2004, toen minstens 49 mensen omkwamen.
De veiligheidsmaatregelen rond de metro zijn verscherpt. Op station Loebjanka wemelt het van de agenten. Zo ook op andere stations. Perepjolkin reist net als miljoenen Moskovieten elke dag met de metro. De inwoners kunnen niet zonder. Een alternatief hebben ze niet. Al is de metro gisteren in de avondspits rustiger dan gewoonlijk. Bang is Perepjolkin niet. ‘De kans dat dit vandaag nog een keer gebeurt, is onwaarschijnlijk. Zeker op deze plek.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten